Naast dat ze schildert en borduurt, maakt kunstenaar Tamara Stoffers intrigerende collages van afbeeldingen van de Sovjet-Unie, die ze vindt in oude prentenboeken. Een kijkje in haar fascinerende wereld: een schatkamer vol waardevolle objecten en een hoofd vol verlangen.
Waar komt je fascinatie voor Rusland vandaan en wanneer is die ontstaan?
”Mijn fascinatie is begonnen in het tweede jaar van de kunstacademie. Gelijk na de havo ben ik daar vol hoop aan begonnen met het idee realistisch schilder te worden. De academie bouwde op de modernistische traditie die het experiment en het absurde aanmoedigde. Ik merkte dat deze aanpak mij niet de nieuwe kennis kon bieden die mij dichter bij mijn doel zou brengen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar de perfecte school. Deze zoektocht bracht mij in Rusland, waar ze graag vasthouden aan oude kennis en traditie. Er was destijds een regeling die mij in staat zou stellen een overheidsstipendium te krijgen, mits ik de taal zou leren. Vol overgave heb ik me toen gestort op het proberen te begrijpen van de cultuur, de taal en de kunst. Hiervoor ben ik gaan verzamelen; de objecten uit het leven van alledag en traditionele decoratieve objecten, zoals matryoshkas, maar ook boeken en afbeeldingen. Door me te omringen met deze dingen voelde ik me dichter bij mijn doel, het moedigde me aan. Ook merkte ik dat Rusland heel rijk was aan beelden die ik nooit eerder gezien had. Zo waren er de architectuur, de borduursels, de volksschilderkunst en de Sovjetoverblijfselen.”
Je maakt absurde, humoristische collages waarbij je afbeeldingen gebruikt uit oude USSR prentenboeken. Ik ben benieuwd naar je werkwijze; wat is je startpunt en hoe ziet je proces eruit?
”Ik verzamel boeken over het onderwerp uit de kringloop, ik heb thuis een plankje vol staan. Wanneer ik collages maak ga ik ergens zitten en blader hier doorheen. Alle platen die mijn verbeelding prikkelen snij ik uit en leg ik om me heen. Deze probeer ik dan samen te voegen met een afbeelding uit hetzelfde boek. Vanuit de schilderkunst zoek ik naar een soort perspectief, om het onmogelijke op een bepaalde manier logisch te maken. Zo worden objecten kleiner naarmate ze verder weg zijn, of kun je er meer bovenop kijken wanneer ze zich lager bevinden. Zo kan ik uren zitten staren naar afbeeldingen in de hoop op een moment dat het goed voelt een combinatie te maken. Met een klein mesje en wat lijm zet ik dan de nieuwe afbeelding in elkaar. Het is behoorlijk intuïtief, het beeld moet naar mijn gevoel kloppen. Hierbij zoek ik niet zozeer naar een achterliggende betekenis, meer naar een esthetiek.”
Er zit een fijne melancholiek in je werk, een bepaald verlangen naar vroeger. Waar komt dit vandaan?
”Ik ben begonnen met het maken van werken over de Sovjet-Unie om het fenomeen beter te kunnen begrijpen. Het had een grote aantrekkingskracht, omdat het in veel opzichten het tegenovergestelde is van alles wat ik als Nederlandse ken. Ik vond het ontroerend, dat er een maatschappij was die overtuigd was van een ideologisch doel en dat die samen werkten aan hun utopie. Alles was in dienst gesteld van dit doel; de collectieve boerderijen, de architectuur en zelfs de schilderkunst. Arbeiders kregen voortdurend speldjes als onderscheiding van hun inzet en initiatief. Mensen kregen flats toegewezen door de overheid, ze woonden gratis. Ook waren er vakanties naar vakantieparken met kleine huisjes waar ze recht op hadden. Er waren zo veel mooie en goede ideeën. Helaas is het niet de utopie geworden waarop ze gehoopt hadden. Er waren vervolgingen, armoede, een gebrek aan woonruimte en een enorme bureaucratie. Veel mensen waarmee ik sprak herinnerden zich de rijen. Een lange rij voor de bakker, de slager, de groenteboer, om nieuwe sokken te kopen en een jarenlange wachtlijst voor een auto of een huis. Voor mij is het een fascinerend tijdperk met heel veel eigenheden, zoals de beeldtaal van de propaganda en de architectuur. Het bezit een bepaalde eenvoud die indrukwekkend en krachtig is. Het is iets herkenbaars en mysterieus tegelijk. De collages maak ik uit een nieuwsgierigheid en bewondering voor de romantiek die het onbekende en voor wat is vervlogen met zich mee brengt. Ik voel me erg aangetrokken door het positieve beeld, dat de boeken die uitgebracht en goedgekeurd zijn door de Sovjetauthoriteiten laten zien.”
In mijn stoutste droom hangt één van mijn werken voor mijn dood in het Stedelijk Museum